Merkenrecht

Het geheime ingrediënt in de voedingssector

Merkenrecht in de voedingsindustrie

In het merkenrecht is, naast de wetgeving, ook de rechtspraak van uiterst groot belang. Een goed begrip van de rechtspraak is immers vereist voor een correcte interpretatie van de wettekst. Deze rechtspraak is bovendien evoluerend, waardoor het nodig is om op de hoogte te blijven van de recentste cases. In deze blog lichten wij daarom enkele recente cases toe uit de voedingsindustrie.

The Future is Plant Based

Een eerste case betreft een merkaanvraag voor de slogan “The Future is Plant Based” in de EU. Hoewel het mogelijk is om slogans te registreren als merk, is het zo dat merkaanvragen voor slogans in de praktijk vaak geweigerd worden. De reden daarvoor is dat slogans vaak onderscheidend vermogen missen. Slogans hebben namelijk hoofdzakelijk een publicitaire functie en dienen slechts zelden tot aanduiding van de commerciële herkomst van goederen of diensten. Wanneer slogans wel onderscheidend vermogen hebben, is het wel mogelijk om deze te registreren als merk. In dit geval werd de merkaanvraag echter geweigerd.

De merkaanvrager probeerde vervolgens te argumenteren dat het begrip “future” vaag is en meerdere betekenissen kan hebben, waarbij er volgens de merkaanvrager ook een conceptuele tegenstrijdigheid zou bestaan aangezien het begrip “future” vaak geassocieerd wordt met technologie en niet met planten. Hierdoor zou er een denkproces ontstaan bij de consument, wat zou leiden tot onderscheidend vermogen. Deze argumentatie werd echter niet aanvaard: het relevante publiek zal hier geen conceptuele tegenstrijdigheid in zien en het feit dat een woord vaag is of meerdere betekenissen heeft, betekent niet dat het teken daardoor onderscheidend vermogen heeft.

The Future is Plant Based

Metaverse food

Een andere case betreft de merkaanvraag voor het woordmerk “METAVERSE FOOD” in de EU. De merkaanvrager probeerde dit merk te registreren voor diverse voedingsmiddelen, voedingssupplementen en dranken. Het woord “FOOD” op zich is duidelijk beschrijvend voor deze waren. Kan de toevoeging van het woord “METAVERSE” voor een oplossing zorgen?

Het antwoord is nee: dit teken zou namelijk louter het publiek kunnen informeren dat deze goederen kunnen worden aangekocht in de virtuele wereld. Daarbij wijst het bureau ook op het feit dat de grens tussen de reële wereld en de virtuele wereld steeds vager wordt, en dat er meer en meer een verbinding bestaat tussen echte en virtuele goederen.

Bijgevolg werd de merkaanvraag geweigerd. Het argument van de merkaanvrager dat “METAVERSE” enkel beschrijvend zou kunnen zijn voor virtuele goederen en entertainment op zich (normaliter ondergebracht in de klassen 09 en 41, die niet werden opgenomen in de merkaanvraag), faalt naar recht. Voor meer informatie over de impact van de Metaverse op branding, zie ook onze eerdere blog.

Metaverse Food

HAVANNA SOCIAL

De derde case betreft een oppositieprocedure ingesteld door de merkhouder van een eerder Uniemerk “HAVANNA” tegen een latere merkaanvraag voor “HAVANA SOCIAL” in de EU. In het kader van deze oppositieprocedure diende de eerdere merkhouder bewijs van gebruik van zijn merk voor te leggen. De bewijzen die deze merkhouder kon voorleggen, hadden enkel betrekking op twee cafetaria’s in Barcelona. Die bewijzen werden niettemin als voldoende significant geacht om bewijs van gebruik van het eerdere Uniemerk te kunnen aantonen. De merkhouder kon vervolgens met succes de latere merkaanvraag verhinderen.

Die beslissing is opvallend: een merkhouder die slechts twee cafetaria’s uitbaat in één Europese stad (niet eens in twee verschillende steden), kan dus met succes een latere verwarrende merkaanvraag verhinderen voor het ganse territorium van de Europese Unie.

HAVANA SOCIAL

De bovenstaande cases tonen nogmaals aan hoe de rechtspraak continu blijft evolueren. Blijf daarom onze blog volgen om op de hoogte te blijven van de laatste rechtspraak!